blog page
ACTUELE BERICHTEN UIT DE PRAKTIJK

nieuwsbericht

18
Jul

Mooi historisch artikel in TC/Tubantia

Promotie

DTAB is gehuisvest op het voormalige textielcomplex van de Twentsche Stoomblekerij. Theo Deegens heeft zijn hele leven gewerkt op het TSB-terrein. In 2007 richtte hij na zijn pensioen Ingernieursburo DTAB op, dat tegenwoordig wordt geleid door zoon Marcel. Voor journaliste Jantien Bussink reden om er een artikel aan te wijden.

Klik hier voor het artikel.

Mocht de link niet werken, dan volgt hieronder de tekst

Aankoop TSB prachtige kans om stukje geschiedenis van Goor te behouden: ‘Veel is rijp voor de sloop’

GOOR - Hof van Twente staat aan de vooravond van de allergrootste aankoop ooit. De gemeente telt 6 miljoen euro neer voor het terrein van de voormalige Twentsche Stoomblekerij. Een unieke kans voor Goor, met het aanwezige cultuurhistorische erfgoed en alle ontwikkelkansen die er liggen.

Iemand die dat kan beamen is Theo Deegens. Bijna zijn hele (werkzame) leven speelt zich af op het TSB-terrein. Hij woont er, op de Hogenkamp. Zijn zoon Marcel is er geboren. En van 1961 tot aan zijn pensioen werkte hij er. Begonnen als leerling-monteur bij Ten Cate, afgezwaaid als hoofd technische dienst. Toen de pensioengerechtigde leeftijd in zich kwam, ondernam Deegens gelijk actie. „Ik wilde het zwarte gat voor zijn”, zegt hij.

Nu runt hij met zijn zoon ingenieursbureau DTAB. Op het TSB-terrein, uiteraard. „We hebben een tijdje op de Klavermaten gezeten, maar omdat we zware machines demonstreren, hebben we een stroomnetwerk nodig die dat aankan. Welke plek is mooier dan hier, het TSB?”

Vervallen

Dat lijkt een wonderlijke uitspraak. Want zoveel schoonheid straalt het terrein niet uit. De bebouwing is vervallen, sommige delen gaan schuil onder beplating. Het aanwezige groen heeft al een poosje geen snoeischaar gezien. Maar daar moet je doorheen kijken, zeggen vader en zoon.

„Je vindt hier op het terrein die karakteristieke bebouwing. De sheddaken, de oude smederij, ververij en blekerij, de kathedraal. Natuurlijk, veel is rijp voor sloop. Maar dat oude, dat moet je behouden”, zegt Marcel.

Goor geldt als de bakermat voor de textielindustrie, door Thomas Ainsworth in 1838 naar het Reggestadje gebracht. Ruw katoen werd van de weverijen met een boemeltreintje afgeleverd in Goor. Daar werd de stof gebleekt en ging dan de fabriek in, letterlijk voor de ‘finishing touch’: verven en later ook coaten.

Theo: „Goor heeft niet zo veel meer dat herinnert aan de textielindustrie. Terwijl het Goor groot heeft gemaakt. Het was niet alleen werkverschaffing, ook maatschappelijk speelde was TSB belangrijk. De stoom was ook verantwoordelijk voor de oprichting van muziekvereniging Apollo, de gymnastiekvereniging en de hockey. En het zwembad op De Whee viel onder het beheer van de TSB.”

Kansenboek

Het is nu aan de gemeente, die een speciale projectgroep in het leven heeft geroepen, om met plannen te komen voor het terrein, dat 18 hectare groot is. Groter dan het hele centrumgebied van Goor bij elkaar. Er ligt nu een ‘kansenboek’, met daarin ideeën over de toekomst van het terrein.

„Het terrein heeft twee verschillende gezichten.  „Veel mensen realiseren zich niet dat het een heel uitgestrekt gebied is, dat meer omvat dan het industriële gedeelte aan de D.J. Bunschotenstraat. Een groot deel van het te ontwikkelen gebied is groen. Daar kan je van alles mee. Landelijke woningen in het groen, stedelijk in het industriële gedeelte. Het groen biedt ook kansen voor recreatie, duurzaamheid, stadslandbouw”, sommen ambtenaar Bart Greven en wethouder Wim Meulenkamp op.  

Bedrijvigheid

Ook is er ruimte voor lichte bedrijvigheid. „Sinds het vertrek van de textielindustrie eind jaren 90 hebben de hallen onderdak geboden aan verschillende bedrijven. Op het complex huizen er nu nog tien bedrijven. Maar er kan ook gedacht worden aan kleine horeca, en overnachtingsmogelijkheden. Of aan maatschappelijke functies als bijvoorbeeld een medisch centrum.”

Direct beginnen

„Er zijn een aantal zaken waar we gelijk aan willen beginnen”, zegt Meulenkamp. „Het doortrekken van de D.J. Bunschotenstraat over het TSB-terrein om de  is daar een van. En daarnaast zijn er geen woningbouwkavels meer in Goor. Dus we beginnen met de voorbereidingen voor kaveluitgifte op het terrein. Dit is echt een aankoop voor de komende twintig jaar. Het is prachtig dat we dit cultureel erfgoed, onderdeel van het DNA van Goor, kunnen behouden.”

Historie

De Twentse Stoomblekerij Goor werd in 1838 mede opgericht door Thomas Ainsworth. Hij was de zoon van een Engelse katoenfabrikant en een bekwaam technicus en geldt als een van de grondleggers van de Twentse Textielindustrie.

Het bloeiende bedrijf werd 3 jaar later na de plotselinge dood van Ainsworth overgedaan aan een Zaanse industrieel, die het later in 1857 weer verkocht aan twintig Twentse textielhandelaren. In de hoogtijdagen van de textielindustrie werkten er meer dan 700 mensen bij de stoomblekerij.

Goor gold als de plek waar ruw katoen zijn ‘finishing touch’ kreeg. Ruw katoen werd van de weverijen met een boemeltreintje afgeleverd in Goor. Daar werd de stof gebleekt, gedroogd, en ging dan de fabriek in om geverfd te worden.

Een nieuwe episode brak aan in 1902 er werd een nieuwe directeur aangesteld: ir. D.J. Bunschoten. Naar hem werd ook de straat vernoemd waaraan de stoomblekerij nu ligt. D.J. Bunschoten bracht nieuw elan in het bedrijf. Er werd toen ook begonnen met het bedrukken van textiel, de NV Twentsche Katoendrukkerij werd opgericht in 1933. Dit om een meer toekomstbestendig te zijn.

Later werd de TSB overgenomen door Nijverdal ten Cate. Dat ging in de jaren ‘90 ter ziele.

Foto: Theo en Marcel Deegens zijn bijna ‘vergroeid’ met het TSB-terrein. Ze juichen het voornemen van de gemeente om zo veel mogelijk industrieel erfgoed te behouden toe. © Frans Nikkels

nieuwsberichten